Als 28-jarig broekie kwam ik in de gemeenteraad, vol van idealen over een betere, duurzame, sociale wereld voor mij, mijn (toen nog toekomstige) kinderen en alle mensen om me heen. Inmiddels zijn we 23 jaar verder, maar is er aan die idealen nog niets veranderd. Sterker nog: de urgentie ervan is voor mij alleen maar duidelijker geworden. Zeker ook in Haarlemmermeer, als een van de gemeentes met de grootste CO2-uitstoot van Nederland. Ook sociaal moeten we de komende jaren in deze gemeente heel erg opletten, en zorgen dat niemand buiten de boot valt en slachtoffer wordt van de bezuinigingsdrift. Met een fatsoenlijk en democratisch bestuur, waarin elke stem telt, niet alleen die van de schreeuwers.

Ik heb me daar in het verleden al eens 12 jaar voor ingezet, toen een tijdlang niet (in de gemeente), maar het bloed kroop toch waar het niet gaan kon, en dus mag ik me sinds begin 2019 weer trots lid van de gemeenteraad noemen.

En wat hebben we sinds die tijd veel gedaan! Op het gebied van de energietransitie bijvoorbeeld, of op het gebied van woningen voor iedereen (en niet voor beleggers). En wat hebben we de afgelopen tijd hard gevochten om de ergste bezuinigingen op het maatschappelijk middenveld te voorkomen.

Ik ben er best trots op wat we in die tijd voor elkaar gebokst hebben. Ja, er is vaak ook best wat frustratie, we willen nu eenmaal véél. En natuurlijk, niet iedereen in de raad kan of wil dat tempo volgen. Of heeft dezelfde idealen.

Maar dat betekent voor mij ook: de strijd is nog lang niet klaar. Die betere, duurzame, groene, sociale en fatsoenlijke gemeente verdient ook de komende 4 jaar weer volop onze aandacht. Want hij gaat er helaas zeker niet vanzelf komen. En daar zet ik me dus ook graag nog eens 4 jaar vol voor in. Zodat mijn (inmiddels bijna volwassen) kinderen straks in elk geval kunnen denken: aan míjn vader heeft het niet gelegen…