Tot nu toe is het in Nederland vrij rustig rondom TTIP, het nieuwe vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS dat in de maak is. In de media krijgt het sporadisch aandacht, hoewel er zo langzamerhand steeds meer ruchtbaarheid aan wordt gegeven, vooral na de uitzending Zondag met Lubach, waarin Arjen Lubach op ludieke wijze duidelijk maakt wat de consequenties zijn van het TTIP verdrag.
GroenLinks is geen voorstander van het vrijhandelsverdrag, omdat het de Europese democratie aantast en milieubescherming, voedselveiligheid, sociale rechten en privacy voor Europeanen op het spel zet. Voor de overheid, en dus ook voor gemeenten, kunnen de gevolgen groot zijn wanneer er conflicten ontstaan tussen bedrijven en overheden.
TTIP staat voor het Transatlantic Trade and Investment Partnership, oftewel het TransAtlantisch Vrijhandels en Investeringsverdrag. TTIP is een voorstel van de Amerikaanse overheid en de Europese lidstaten om de handel tussen Europa en de VS makkelijker te maken.
Historisch gezien worden bij handelsverdragen importheffingen weggenomen om de handel tussen twee landen te stimuleren. Tussen de EU en de VS zijn deze tarieven al laag en hier valt dus niet zoveel meer te winnen. TTIP gaat vooral over het gelijktrekken van normen, wat gevolgen heeft voor de bescherming van sociale rechten of het milieu.
Voorstanders van TTIP vinden dat dit handelsverdrag economische voordelen heeft. Volgens tegenstanders zijn deze voordelen helemaal niet zeker en zijn er daarnaast vele nadelen zijn.
Het meest omstreden is het voornemen om in TTIP een zogenoemde ISDS-regeling op te nemen. Dit staat voor Investor-State Dispute Settlement, een regeling die het investeerders mogelijk maakt om conflicten met overheden over handel of regels buiten de gewone recht om te laten beslechten door een tribunaal dat wordt bemand door drie juristen. Zij nemen gezamenlijk een besluit. De kritiek luidt dat door deze regeling de bevoegdheid van overheden om zelf regels te maken wordt ingeperkt. Bedrijven krijgen het recht de overheid aan te klagen als er wetten in de maak zijn of besluiten zijn genomen die hun winsten in gevaar brengen. Zo kan een beslissing om pesticiden te mijden bij het onderhoud van de groene buitenruimtes, wellicht worden gezien als oneerlijke concurrentie. Dat geldt ook voor subsidie voor onderwijs. Lokale culturele evenementen kunnen worden gezien als privatiseerbare goederen. En dit alles kan dan worden aangevochten door het bedrijfsleven via de ISDS-regeling. Gevreesd wordt dat vooral multinationals grote bedragen gaan claimen bij overheden als zij hun winst zien afnemen door een beslissing of een nieuwe wet.
Voor meer informatie over het standpunt van GroenLinks: Vrijhandelsverdrag EU - VS (TTIP)