Op 29 oktober sprak de gemeenteraad over de huisvesting van statushouders. Ook Haarlemmermeer moet ieder jaar een bepaald aantal statushouders een woning uit het sociale woonsegment aanbieden. In toenemende mate levert dat problemen op, omdat er binnen de sociale huursector een grote schaarste is aan woningen.

Statushouders hebben volgens de Nederlandse wet recht op woonruimte. In de maatschappelijke discussie hierover worden de belangen en de rechten van deze kwetsbare mensen naar de mening van GroenLinks niet voldoende voor het voetlicht gebracht. En dat vinden wij zorgelijk en onwenselijk.

In het debat over de vluchtelingen van september heeft GroenLinks aangegeven dat het college de hoogste prioriteit moet geven aan het vinden van oplossingen voor de problemen binnen de sociale huursector en voor álle doelgroepen. Het is wat ons betreft niet ‘of of’, maar ‘en en’.

Bij de stukken voor vandaag zit een notitie van het college waarin een aantal maatregelen wordt aankondigd. Daar is onze fractie tevreden over, het is een goede en stevige aanzet.

Maar de vraag is of deze maatregelen voldoende zullen zijn.

In het document vinden we een tabel waarin we kunnen vinden hoeveel woningen er tot 1 oktober op woningnet hebben gestaan. In Haarlemmermeer zijn dat er 268, in stad van vergelijkbare grootte, Zaanstad, zijn dat er 829.

Het lijkt erop dat er in Haarlemmermeer te weinig huizen zijn gebouwd in het zogenaamde ‘derde segment’, waardoor mensen een koopwoning kunnen kopen en daarmee een sociale woning achterlaten.

Het is opvallend dat in deze notitie helemaal niets staat over het scheefwonen in onze gemeente. Want een feit is dat ongeveer een derde van de woningen wordt gehuurd door mensen die daar feitelijk teveel voor verdienen. En dat is naar ons oordeel een belangrijke oorzaak voor dit maatschappelijke vraagstuk.

De portefeuillehouder heeft in een artikel in Binnenlands Bestuur kort geleden gepleit voor een andere verdeling van statushouders over ons land.  Statushouders kunnen zeer waarschijnlijk in krimpgebieden makkelijker een woning vinden. Maar: een woning alleen is onvoldoende om een leven op te bouwen. Er hoort ook werk bij. En die banen zijn in de krimpgebieden juist niet voorhanden, dat is de reden waardoor mensen daar wegtrekken. Voor ons is het bieden van een toekomstperspectief aan statushouders een belangrijk punt. Een economische impuls in die krimpregio’s, zoals bepleit door de portefeuillehouder in dit artikel, is dan ook noodzakelijk. GroenLinks kan dit betoog volgen en onderschrijven.

De grote vraag echter is hoe realistisch het is dat de landelijke overheid op relatief korte termijn mee zal gaan in dit soort scenario’s. Onze fractie denkt dat dit alleen kan als de Nederland inzet op een ambitieus ‘deltaplan krimpregio’s’. Wij denken dat de kans op een dergelijk plan op korte termijn niet groot is.

Kortom: dit alles betekent dat wat GroenLinks betreft het vraagstuk van de huisvesting van statushouders én van alle anderen in de sociale huursector voor het college onverminderd de hoogste prioriteit zal moeten hebben.