Aan het eind van het jaar 2020 besprak de gemeenteraad nog drie grote plannen voor het centrum van Hoofddorp. Het eerste betrof de nieuwbouw van het Raadhuis, het tweede betrof het hele gebied daaromheen, en het derde ging over het parkeren dat erbij hoort.

Dat het Raadhuis vernieuwd moet worden, dat is ook voor GroenLinks duidelijk. Het huidige Raadhuis, gebouwd in 1980, is zeer milieuonvriendelijk, en bovendien zeer onpraktisch in het gebruik. Het is daarnaast ook nog eens zo lek als een mandje: in de raadszaal komt de wind en de regen gewoon binnen. Tel daarbij op dat een nieuw Raadhuis op termijn een flinke financiële besparing kan opleveren, plus dat veel historische onderdelen behouden kunnen blijven, en het zal niet verwonderen dat we konden instemmen met het plan. In het debat kregen we daarnaast ook nog de toezegging dat het voor iedereen, dus ook voor mensen met een beperking, toegankelijk wordt. Mooi! Nu alleen nog scherp erop blijven toezien dat alle mooie beloftes ook in de praktijk worden uitgevoerd.

Het tweede stuk, over de omgeving rondom het (nieuwe) Raadhuis riep ook veel debat op in de raad. Dat het Raadhuisplein een gezellig plein mag worden, daar is iedereen het wel over eens. Maar hoe dan? GroenLinks is blij dat er veel aandacht is voor dit gebied, en bijvoorbeeld de lelijke ‘badkamermuur’ tussen boekhandel Stevens en de bioscoop lijkt te worden aangepakt. Ook drie grote woongebouwen achter het cultuurgebouw, zeg maar: op de plek van de huidige parkeerplaatsen, daar kunnen we ons in vinden. Maar mag er alsjeblieft ook nog wat groen in de plannen terugkomen? En dan niet alleen voor de bewoners van de nieuwe panden of voor de ambtenaren van het nieuwe Raadhuis, maar voor iedereen, dus openbaar toegankelijk? Dat wordt voor GroenLinks uiteindelijk de graadmeter bij de uitwerking van dit plan, zo hebben we aangekondigd.

En dan was er dus ook nog het parkeren. Normaal is dat een onderwerp waar GroenLinks in de gemeenteraad echt een uitzonderingspositie op inneemt. Wij willen graag minder blik op straat, en meer aandacht voor fiets en ov, terwijl in het verleden de meeste andere partijen slechts oog leken te hebben voor de autobereikbaarheid. Maar of het door de coronacrisis komt of niet, ineens was onze uitzonderingspositie niet zo’n uitzondering meer. Autoparkeren is wel érg duur en neemt wel érg veel ruimte in het centrum in, zagen nu ook andere partijen. Daarvoor mag misschien ook best iets meer van de gebruiker worden gevraagd, zei zelfs VVD-wethouder Jurgen Nobel. We wisten bijna niet wat we hoorden. Zelfs voor beter (en veiliger) fietsparkeren kwam in het debat ruimschoots aandacht. Het debat is nog niet afgelopen, en komt in het voorjaar ongetwijfeld terug, als ook meer duidelijk is over de op instorten staande parkeergarage achter het Raadhuis. Maar dat de auto niet meer de enige heilige lijkt te zijn in Hoofddorp, en ook de fiets steeds meer aandacht krijgt, mogen we ongetwijfeld nu al beschouwen als een van de lichtpuntjes van de coronacrisis. Is die toch nog érgens goed voor…