Een aantal keren per jaar bespreekt de gemeenteraad hoe het gaat met de begroting en de uitgaven van de gemeente. Dat moet ook, want volgens de wet heeft de gemeenteraad het ‘budgetrecht’. In gewoon Nederlands: de gemeenteraad gaat over het geld. In Haarlemmermeer gaat het jaarlijks over meer dan 400 miljoen euro.
Ieder financieel jaar verloopt qua verslaglegging en bespreking volgens een vast stramien. In het najaar wordt de begroting vastgesteld. In het voorjaar en in het najaar volgt informatie over hoe het gaat met de uitgaven en de inkomsten, bij de zogenaamde voorjaarsrapportage en najaarsrapportage. In de zomer volgt tot slot nog het afsluiten van het financiële jaar, met de jaarstukken. Die jaarstukken worden door de accountant beoordeeld op rechtmatigheid, een proces dat veel tijd in beslag neemt. Een belangrijk proces ook, want uiteindelijk gaat het om gemeenschapsgeld dat volgens de afspraken en wet- en regelgeving moet worden uitgegeven!
Na deze taaie introductie in sneltreinvaart door naar donderdagavond 7 december. Op de rol stond het debat over de Najaarsrapportage en Meerjarenperspectief Investeringen, een stuk waarin alle investeringen op een rijtje worden gezet en worden besproken.
Allereerst is er goed nieuws: de gemeente lijkt het jaar 2017 met een positief saldo af te sluiten. Helaas is dat resultaat bereikt door onverwachte meevallers zoals de toeristenbelasting en OZBbelasting, en door niet-structurele inkomsten, zoals de verkoop van gemeentelijke eigendommen.
Wat GroenLinks betreft is er reden tot grote zorg: binnen het sociaal domein sluiten we het jaar af met een tekort van 3 miljoen. Het college heeft tot nu toe altijd gezegd dat de uitgaven binnen het sociaal domein moeten worden gedekt uit wat er binnen komt vanuit het Rijk. GroenLinks heeft vanaf het begin haar twijfels uitgesproken over dit uitgangspunt. Er is immers sprake van vergrijzing in onze samenleving, mensen moeten langer thuis blijven wonen, we hebben te maken met instroom van statushouders die in onze gemeente hun thuis moeten vinden, en zo zijn er nog vele andere zaken die moeten gebeuren binnen het sociale domein. En: duidelijk was al dat er vanuit het Rijk steeds minder geld zou komen voor de begeleiding naar (al dan niet beschut) werk van kwetsbare inwoners.
GroenLinks is verbaasd dat het college voorafgaand aan het debat in een brief (zie hieronder) aan de gemeenteraad stelt dat het écht moet kunnen met de middelen die we vanuit het rijk voor het sociaal domein krijgen. Dat er nóg scherper gestuurd moet worden.
Deze visie baart onze fractie grote zorgen. Recent verscheen een onderzoeksrapport over de wmo van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Daarin landelijke cijfers waaruit blijkt dat veel mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben, dat er steeds minder uren zorg worden toegekend en dat als neveneffect de eenzaamheid onder mensen die gebruik maken van wmo-voorzieningen toeneemt. En uit onze eigen Transformeermonitor blijkt dat er in onze gemeente 1100 overbelaste mantelzorgers zijn. Het kan niet zo zijn dat deze mensen niet meer échte ondersteuning kunnen krijgen? Dat we jongeren met een arbeidsbeperking thuis laten zitten? Dat we…
Dan als tegenhanger iets waar het niet op lijkt te kunnen: parkeren.
Uit de antwoorden op onze vragen blijkt dat dat de parkeergarage bij Beukenhorst de gemeente maar liefst 4 ton per jaar kost. Ander voorbeeld is het voortijdig afschrijven van parkeerautomaten in Hoofddorp centrum: kosten 6 ton. Onder dit college is betaald parkeren op diverse plekken in de polder afgeschaft.
GroenLinks vindt dat parkeren kostendekkend zou moeten zijn. Dat uitgangspunt wordt niet gehanteerd in Haarlemmermeer.
Wat kost parkeren eigenlijk? Daar is onderzoek naar gedaan op verzoek van de Vereniging Nederlandse gemeenten (VNG). Volgens schattingen kost parkeren in Nederland in totaal jaarlijks € 6 tot € 8 miljard. Daar staat naar schatting zo’n 650 miljoen aan inkomsten tegenover. Het verschil wordt betaald door ons allemaal, dus ook door de mensen die geen gebruik maken van de parkeervoorzieningen.
De middenstand heeft het moeilijk, dat is duidelijk en zorgelijk. Winkels zijn van groot belang voor de leefbaarheid in een stad, dorp of wijk. De mythe is dat gratis parkeren goed zijn zijn voor de middenstand. Onderzoek naar het vervoer naar winkelgebieden wijst echter uit dat er nauwelijks verband is tussen gratis of goedkoop parkeren en de omzet van de middenstand. Uit het onderzoek bleek bovendien dat fietsen en lopen (veel) belangrijker zijn voor de omzet van winkels dan menigeen denkt.
Lees in het stuk ‘Elf waarheden over parkeren, mobiliteit en retail die niet overeenkomen met wat menigeen denkt of gelooft’ meer het verband tussen parkeren en de aantrekkelijkheid van winkelgebieden.
Kortom: wat verstandig leek om te doen, namelijk inzetten op gratis of goedkoper parkeren, blijkt niet zo uit te pakken maar wel veel geld te kosten. Geld dat we hard nodig hebben voor de zorg en ondersteuning aan onze inwoners.