Een andere politieke keuze was de invoering van de verhuurdersheffing. In 2013 heeft kabinet-Rutte II besloten dat sociale woningbouwcorporaties een belasting moeten betalen voor het verhuren van betaalbare sociale huurwoningen. Deze sociale woningbouw verstoorde namelijk de marktwerking dat als ideaal wordt gezien. Beleggers hoefden deze belasting niet te betalen omdat dit paste bij de marktwerking-gedachte. Mede door de verhuurdersheffing werden er te weinig sociale huurwoningen gebouwd omdat er minder geld beschikbaar was.
Vervolgens deed minister Blok de Nederlandse woningmarkt wereldwijd in de uitverkoop op internationale vastgoedbeurzen. Investeerders over de hele wereld werden aangemoedigd om te beleggen in de Nederlandse woningmarkt. De bewuste deregulering van de woningmarkt maakte het voor beleggers aantrekkelijk. Woningen werden en worden massaal opgekocht in Nederland. Het aandeel beleggers is de afgelopen jaren enorm gestegen. Dit is ten koste gegaan van onder andere starters en doorstromers die er maar moeilijk tussen kunnen komen. Met grote bedragen wordt er overboden waardoor een huis kopen moeilijk is. En alsof dat niet genoeg is, worden van huurders woekerprijzen gevraagd voor die opgekochte woningen. Marktwerking heeft het overgenomen en van volkshuisvesting is geen sprake meer. Beleggers hebben vrij spel gekregen van de overheid en de schaarste aan woningen weten te benutten. Dit is een van de oorzaken van de wooncrisis.
Om het beleid van de afgelopen jaren ten aanzien van de beleggers te compenseren zijn alle zeilen nodig om bij te zetten. Een oplossing kan worden gevonden in de mogelijkheid tot het instellen van een opkoopbescherming door de gemeente. Dit houdt in dat de koper van een woning zelf in die woning moet gaan wonen en deze zonder vergunning van de gemeente niet mag doorverhuren. De beleggers kunnen dan niet zomaar woningen opkopen om deze vervolgens duur te verhuren. Zij zien de woning immers als een belegging en gaan er niet zelf in wonen. Dit geldt voor bestaande woningen vanaf 1 januari 2022. Voor nieuwbouw is er nu al de mogelijkheid voor gemeenten om met de ontwikkelaar een afspraak te maken voor een zelfbewoning voor kopers, tot een bepaald bedrag en het aantal. Hier geldt hetzelfde principe als bij een opkoopbescherming, namelijk dat een belegger een nieuwbouwwoning niet kan opkopen en doorverhuren. Op deze manier krijgen woningzoekers meer kansen op het kopen van een betaalbare woning. Zij hoeven dan immers niet tegen een vermogende belegger op te bieden.
GroenLinks heeft samen met Gezond Haarlemmermeer al in april 2021 een motie ingediend en het college verzocht om te onderzoeken naar de mogelijkheden voor de invoering van een opkoopbescherming en zelfbewoningsplicht in onze gemeente. Deze motie is met een ruime meerderheid aangenomen. GroenLinks Haarlemmermeer vindt dat de gemeente de verantwoordelijkheid heeft om alle mogelijkheden aan te grijpen om onze bewoners een kans te geven op een woning. Wij pleiten daarom voor een snelle invoering van de opkoopbescherming en zelfbewoning. Het college heeft op 7 juli 2021 via een brief een reactie gegeven op deze motie:
‘In Haarlemmermeer worden met enige regelmaat woningen opgekocht door beleggers om deze vervolgens te verhuren. Het kopen en vervolgens het verhuren van woningen is wettelijk toegestaan. Vooralsnog, zien wij geen concentratie van beleggers of overlast in bepaalde buurten of wijken, door het opkopen van woningen en daarmee gepaard gaande bedrijfsmatige kamerverhuur.’
GroenLinks Haarlemmermeer is teleurgesteld met deze uitkomst. Er wordt onderkend dat er beleggers regelmatig actief zijn in Haarlemmermeer maar dit wordt alleen betrokken op eventuele overlast. De wet die opkoopbescherming mogelijk maakt kent als doelstelling ‘verdrukking van regulier woningzoekenden door beleggers tegengaan’. Na een aantal vervolgvragen over dit aspect hebben wij de gegevens van het aandeel van beleggers in Haarlemmermeer.