De druk op de woningmarkt in Haarlemmermeer is enorm. In het vierde kwartaal van 2020 lag de gemiddelde verkoopprijs van een woning in Haarlemmermeer maar liefst 9,3% hoger dan een jaar eerder. Voor een tussenwoning gaat de stijging nog harder. Was je voor een tussenwoning van 100 m2 in 2019 nog gemiddeld 296.100 euro kwijt, een jaar later betaal je voor hetzelfde huis al 334.600 euro, een stijging van 13%.

Het ironische aan deze cijfers: dit gaat over mensen die het geluk hebben gehad om uberhaupt een woning te bemachtigen. Een groot deel van de Haarlemmermeerse woningzoekers blijft echter zoekende. Ze kunnen de strijd niet winnen van Haarlemmers en Amsterdammers die met de overwaarde van hun woning meebieden in Haarlemmermeer omdat ze op zoek zijn naar meer ruimte en vrijheid. En vergeet ook zeker de beleggers niet, die woningen opkopen en duur verhuren of weer doorverkopen. Het aandeel beleggers is in Haarlemmermeer de afgelopen 2 jaar alleen maar verder gestegen. En dan hebben we ook nog de expats. Een deel van het probleem is dat deze groepen boven de taxatiewaarde van de woning kunnenbieden omdat ze, óf een overwaarde van hun huidige woning hebben, óf vermogend genoeg zijn.

Starters vallen steevast buiten de boot. Ze hebben nog nauwelijks de kans gehad genoeg vermogen op te bouwen. Daarbij beginnen ze ook vaak met een achterstand vanwege een studieschuld. Dit geldt vooral voor de jongste generatie afstudeerders, die met een studielening in plaats van een beurs te maken hadden.  

Door de grote vraag ontstaat schaarste op de woningmarkt. Dat drijft de prijzen steeds verder omhoog, wat een groot deel van zoekenden buitensluit. Ook onze juffen, verplegers, agenten, (startende) ondernemers, etc. kunnen door de huidige krapte en hoge prijzen nauwelijks meer een woning kopen. Deze groep betaalt daardoor een torenhoge huurprijs voor krappe huurwoningen. Als ze al uit huis kunnen. Vaak blijft een deel van deze groep lang thuis wonen om zich niet op te zadelen met een hoge huurprijs.

Neem bijvoorbeeld een modaal inkomen van 2.400 euro netto per maand. Daarmee krijg je een hypoheek van ongeveer 170.000 euro. Als je dit bedrag op Funda invult als hoogste prijsklasse in Haarlemmermeer krijg je welgeteld 7 resultaten. Maar deze 7 resultaten bestaan alleen uit garageboxen en parkeerplaatsen! Ik hoef natuurlijk niet uit te leggen dat je daar niet kunt wonen.

“ We hebben in de Haarlemmermeer échte betaalbare woningen nodig en daar kán en moet de gemeente de regie pakken. ”

Zelf ben ik met mijn vriend ook al een jaar aan het zoeken naar een koopwoning en betalen we momenteel ons blauw aan onze vastgoedbaas. Ook met een dubbel inkomen verliezen we elke keer het biedgevecht. Het is een slagveld waar vooral de portemonnee sneuvelt. Van de ander dan, want wij hebben nog geen woning kunnen kopen. Biedingen van 60.000 euro boven vraagprijs en zelfs boven taxatiewaarde zijn geen uitzondering. Met als hoogtepunt overboden worden met 120.000 euro boven de vraagprijs. De teleurstelling is groot; niet alleen bij ons, maar ook in onze omgeving merken we dat velen de moed in de schoenen zakt.

Het nieuw te vormen kabinet moet hier iets aan doen. Maar net zoveel verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente. De gemeente moet stoppen met prestigeprojecten zoals Hyde Park en Tudorpark en de belangen van de inwoners van de Haarlemmermeer boven de belangen van projectontwikkelaars zetten. Een snelle blik op de website van Hyde Park leert dat het goedkoopste appartement van 55 m2 419.000 euro kost. Gelukkig heb je dan nog wel de optie om je studio te stylen met design merken (uiteraard voor een meerprijs). Bij Tudorpark is het niet anders. Ook na een bezoek aan het Tudorhouse kom je gedesillusioneerd weer naar buiten. Voor een eengezinswoning van 134 m2 betaal je 530.000 euro. Dit is natuurlijk onbetaalbaar en te gek voor woorden.

We hebben in Haarlemmermeer écht betaalbare woningen nodig en daar kán en moet de gemeente de regie pakken. Er is nog een lange weg te gaan voordat vraag en aanbod elkaar raken. En daarom blijft GroenLinks zoeken naar creatieve oplossingen. In elk geval door een zelfbewoningsplicht voor te stellen. En meer te bouwen naar behoefte. Van de inwoners, welteverstaan, niet die van de projectontwikkelaars. De woningmarkt is namelijk niet oververhit. Het staat in vuur en vlam!